Document 5275

e
7
Post O.N.S. Meeting
Tumor Markers:
Their Uses and Abuses
Sandra Adriaansz
Verpleegkundig Specialist
NKI-AVL
Alexis Leitenberger, MSN, NP, ANP-BC
Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York City, NY
• Tekst
Gary Shelton, MSN, NP, ANP-BC, AOCNP®
Tammy Rodvelt, MSN, RN, ANP
NYU Cancer Institute, NY
UCSF Helen Diller Family Comprehensive Cancer
Center. San Francisco, CA
Titels……..!!
•
•
•
•
•
RN
MSN
NP
ANP-BC
AOCNP
Registered Nurse
Master of Science in Nursing
Nurse Practitioner
Advanced Nurse Practitioner-Board Certified
Advanced Oncology Certified Nurse Practitioner
+
+
+
+
+
+
RN
MSN
NP
ANP-BC
AOCNP
Next ?
maar uiteindelijk draait het om
één titel…..
Tumormarkers
A
TP
R
O
T
M
TPS
PR
S100B
AC
T
C-K
IT
ER
H
A
CE
LD H
BRA
F
BTA
5
12
AFP
e
EGFR
BTA
E
S
N
9
9
1
AC
ER
CA
A
S
P
G
C
H
it o n in
TG
HER
C a lc
SC
C
Definitie Tumormarkers
op ONS:
Any product of a tumor or host in reaction to
tumor’s presence, that can distinguish malignancy,
and is measurable in tissue or body fluids
is niet volledig….
Soorten Markers
•
•
•
•
•
Enzymen en iso-enzymen
Oncofoetale antigenen
Oncogenen en tumorsuppressor genen
Hormonen
Tissue markers
Enzymen en iso-enzymen
•
•
•
•
PAP
AF
Amylase
LDH
Prostatic Acid Phosphatase
Alkalische fosfatase
Lactaatdehydrogenase
Prostaatca
Antigenen
• AFP
Alpha-fetoproteïne
Kiemceltumoren testis
Primair levercelcarcinoom
• CEA
Carcino Embryonaal Antigeen
Maag-darm carcinomen
Mammacarcinoom
(andere adenocarcinomen)
•
•
•
•
•
•
Prostaat Specifiek Antigeen
Prostaatcarcinoom
Cancer Antigeen 125
Ovariumcarcinoom
Cancer Antigeen 19-9
Pancreascarcinoom
Cancer Antigeen 15-3
Mammacarcinoom
Nuclear Matrix Proteïne 22
Blaascarcinoom
Blaastumor-associate antigen
Blaascarcinoom
PSA
CA-125
CA-19-9
CA-15-3
NMP22
BTA
Oncogenen en
tumorsuppressor genen
•
•
•
•
c-ABL
c-KIT
K-RAS
B-RAF
• P53
• APC
Philadelphia Chromosoom
CD117 / cytokine recptor
(Li-Fraumeni syndroom)
Adenomatous Polyposis Coli
CML / ALL
AML
Colonca
Melanoom
versch.maligniteiten
Colonca
Hormonen
• ACTH
Adrenocorticotroop hormoon
• Calcitonine
Hypofysetumor
Bijniercarcinoom
Schildkliercarcinoom
Longkanker
Carcinoid
Melanoom
• HCG
Humaan choriongonadotropine Testiscarcinoom
Choriocarcinoom
Mola zwangerschap
• Prolactin Luteotroop hormoon (LTH)
• Gastrine
Hypofysetumor
Gastrinoom v.d. pancreas
Tissue markers
• ER
Oestrogeen receptor
Mammacarcinoom
• PR
Progesteron receptor
Mammacarcinoom
• HER-2
Human Epidermale Groeifactor Receptor -2
Mammacarcinoom
De ideale tumormarker
•
•
•
•
•
•
•
herkent een tumor in een vroeg stadium
is orgaanspecifiek
correleert met de activiteit van de tumor
geeft status maligniteit weer bij en na therapie
geeft prognostische informatie
is inzetbaar voor screening
maakt onderscheid tussen benigne en maligne
aandoeningen
• differenteert tussen maligne processen
maar…….
….de ideale tumormarker
bestaat niet
Geen marker doet dit alles.
Richtlijn voor gebruik tumormarkers
•
•
•
•
•
•
•
National Academy of Clinical Biochemistry (NACB)
American Society of Clinical Oncology (ASCO)
U.S. Food and Drug Administration (FDA)
National Comprehensive Cancer Network (NCCN)
National Institute of Health (NCI)
U.S. Preventive Services Task Force (USPSTF)
European Society for Medical Oncology (ESMO)
Toepassingen
•
•
•
•
•
•
Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen het
gebruik van tumormarkers bij
screening
diagnose
stadiëring
prognose
detectie van een recidief
monitoren van therapie
Factoren van invloed op klinisch
gebruik
Voor de ziekte
• Prevalentie van de ziekte
• Effect van de behandeling
Voor de tumormarker
• Sensitiviteit
• Specificiteit
Sensitiviteit
De sensitiviteit van een tumormarker is de mate waarin de
test een positieve uitslag geeft bij mensen die de ziekte hebben.
Sensitiviteit =
het aantal Echt positieven
___________________________________________
het aantal Echt positieven + het aantal Fout negatieven
Optimale sensitiviteit is nodig voor screening bij personen zonder symptomen
Specificiteit
De specificiteit van een tumormarker is de mate waarin het
resultaat van de test negatief is bij mensen die de ziekte niet
hebben.
Specificiteit =
het aantal Echt Negatieven
_________________________________________
het aantal Echt negatieven + het aantal Fout Positieven
Specificiteit is van groot belang voor bevestiging van de ziekte
Prostaatcarcinoom
• Incidentie: 9516 nieuwe gevallen
in 2006
• 4e Plaats kankerincidentie
• Aanbevolen tumormarker: PSA
Diagnostiek Prostaatcarcinoom
• PSA met rectaal toucher bepalen
noodzaak tot biopsie
• PSA bruikbaar bij monitoren respons
op behandeling
• PSA voor detectie recidief
• Verband hoogte PSA en prognose:
hogere waarden, slechtere prognose
PSA is prostaatspecifieke marker
niet een prostaatkankerspecifieke marker
PSA
• Bij welke waarde spreken we van een benigne aandoening
en wanneer maligne: wat is het “ afkappunt”
• PSA < 4.0ug/L
• PSA 4.0-10 ug/L
Normaalwaarde
“ grijze gebied” (25% maligniteit)
Door bepaling verhouding “ vrij PSA-totaal PSA” verbetering
van - specificiteit bij waarden PSA 4.0-10 ug/L
- sensitiviteit bij waarden beneden 4.0 ug/L
PSA “ Grijze Zone”
0 1 2
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Low likelihood
of cancer
GRAY ZONE
Higher likelihood of cancer
Screenen met PSA en effect op
mortaliteit
• Europese trial (182.000 mannen): significante daling
• Amerikaanse trial (77.000 mannen): geen verschil
1420 mannen screenen, waarvan 48 behandeld om één
overlijden te voorkomen
VWS: negatief advies prostaatscreening
Effect screening
• Toename PCA: met name kleine goed gedifferentieerde
tumoren
• Beloop niet goed te voorspellen
• Noodzaak behandelen onduidelijk
• Sprake van overbehandeling
• Behandeling bijwerkingen (impotentie, incontinentie)
Effect screening op kwaliteit van leven!
Screening met PSA: Discussie !
Discussie gesimplificeerd:
Voorstanders:
Tegenstanders:
DOEN!
Mammacarcinoom
• Incidentie: 12.495 nieuwe gevallen
in2006 (117 mannen)
• 1e plaats kankerincidentie
• Tumormarkers:
Ca15.3 – CEA
• Tissue markers:
ER – PR – HER-2
Wat zeggen de richtlijnen voor gebruik
tumormarkers bij mammacarcinoom
• American Society of Clinical Oncology (ASCO)
• National Comprehensive Cancer Network (NCCN)
• National Academy of Clinical Biochemistry (NACB)
Breast Cancer Tumor Markers:
Tissue based
ASCO
NACB
NCCN
ER
Yes
Yes
Yes
PR
Yes
Yes
Yes
HER-2
Yes
Yes
Yes
(Harris et al, 2007)
(National Academy of Clinical Biochemistry, 2009)
(National Comprehensive Cancer Network, 2009)
Breast Cancer Tumor Markers:
Serum Based: CA 15-3 & CEA
CA 15-3 & CEA for:
ASCO
NACB
NCCN
Screening
No
No
No
Diagnosis
No
No
No
Prognosis
No
No
No
Surveillance
No
No
No
Monitor
treatment of
metastatic disease
Yes
Yes
None published
(Harris et al, 2007)
(National Academy of Clinical Biochemistry, 2009)
(National Comprehensive Cancer Network, 2009)
Genetic Breast Cancer Tumor Markers:
BRCA-1 and BRCA-2
• NACB:
– Bruikbaar voor indentificatie hoog-risico mammacarcinoom
– Screening vanaf 25 jaar met optimale voorlichting
• ASCO and NCCN
– Geen aanbevelingen t.a.v. BRCA-1 en - 2
ASCO richtlijn bij gebruik tumor- en
tissuemarkers mammacarcinoom
Testiscarcinoom
• Incidentie: 613 nieuwe gevallen in 2006
• Meeste kiemcel tumoren:
– Seminomen (36%)
– Nonseminomen(64%)
• Leeftijd 15-34 jaar
• Tumormarkers
– Seminomen: HCG (LDH)
– Non seminomen HCG en AFP
HCG:
Humaan choriongonadotropine
• Niet specifiek voor testiscarcinoo
• Verhoogd bij
–
–
–
–
marijuana rokers
choriocarcinoma (F)
1/3 van de embryonaalcel carcinomen
slecht 10% van de seminomas
• Niet verhoogd bij
– yolk sac tumoren(kiemceltumoren)
– teratomen(kiemceltumoren
• HCG kan wel gebruikt worden voor vervolgen van de
tumor of opsporen recidief
AFP:
Alpha Foetoproteine
• Niet specifiek voor testiscarcinomen
• Verhoogd bij
– primair levercelkanker
– Cirrhosis & hepatitis
– yolk sac tumors (kiemcel tumoren)
– Embryonaalcel tumoren
• Niet verhoogd bij
– Teratoma
– Seminoma
• AFP kan wel gebruikt worden voor vervolgen van de tumor of
opsporen recidief
LDH:
Lactaatedehydrogenase
• Gebruik als aanvulling op HCG en minder specifiek dan
AFP of HCG
• Niet specifiek voor testiscarcinoom
• Verhoogd bij
–
–
–
–
Lymfomen
Ewing sarcomen
Hepatitis
Haemolitische anemie
• Verhoogd bij
– Gemetastaseerd nonseminoma testis (50-60%)
– Gemetastaseerd seminoma (80%)
Tabel gebruik van serummarkers bij specifieke
maligniteiten
Nederlands Tijdschrift Geneeskunde 2009;153:A617
Conclusie gebruik tumormarkers
Vanwege de matige sensitiviteit en specificiteit zijn
tumormarkers niet geschikt voor screening bij
asymptomatische personen
Tumormarkers zijn bruikbaar als aanvulling op andere
methoden voor diagnostiek en geven prognostische informatie
Tumormarkers zijn vooral toepasbaar bij het controleren van
een therapie en het detecteren van een recidief
Ned Tijdschr Geneeskunde. 2009;153:A617
Dank voor de aandacht